Zoals vele clubleden weten, maken Piet en ik jaarlijks een visreis naar Patagonië. Enkele jaren geleden planden we om naar de streek rond Lago Yelcho in Chili te gaan. Zoals gewoonlijk mag ik alles organiseren en gaat Piet mee (om te controleren dat alles in orde is!). Het spreekt daarom voor zich dat de organisatie perfect uitgestippeld was: vliegen van Brussel over Santiago en daarna doorreizen naar Chaitén. Een uitbarstende vulkaan dacht hier anders over en de modderstromen veegden het stadje Chaitén weg.

Onze gids, Francesco, regelde daarom snel een (prijsgunstig) alternatief: de bestemming werd Coyhaique voor een verblijf van 10 dagen.

Ons verblijf daar werd de Salmo Patagonia lodge van Luis Antunez. Luis en zijn vader, Spanjaarden van origine, wonen daar het ganse jaar. Bij aankomst leerden we vrij snel waarom Salmo Patagonia lodge vrij goedkoop was: Luis was de lodge aan het renoveren en enkele dagen voor onze aankomst was de kokkin met de noorderzon vertrokken!!! We kregen twee mooie nette kamers en Luis trok zich meer dan behoorlijk uit de slag in de keuken. Dit voldeed volledig aan onze verwachtingen.

Dus: de volgende morgen vissen. Op het programma stond wadend vissen langs een of andere rivier. Na een half uurtje rijden kwamen we ter plaatse. We wandelden een uurtje stroomafwaarts, zodat we het parcours in de andere richting konden bevissen. Tijdens deze wandeling moesten we over een afspanning klimmen. Francesco wees een plaats aan, rond een dikke paal, waar we volgens hem gemakkelijk over de draad konden. Rond die paal hing echter een halve rol prikkeldraad. Ik keek Piet aan en zei: hier klim ik niet over, ik ben gene kwiet. Francesco zag onze aarzeling en begon zelf over de paal te klimmen: You see, no problem, just get on top of the stake and jump.

En hij sprong: rshhht: een scheur van bijna 50 cm in zijn waadpak. Van toen af aan noemde Francesco: de Kwiet (ik kende het Spaanse woord vejete nog niet). ´Ne kwiet`wordt in de noorderkempen vrij veel gezegd, het is een synoniem voor een kwibus.

Veel meer gebeurde er die dag niet meer: wij visten wadend en de Kwiet bleef op het droge. Voor ons comfort had de Kwiet zijn broer meegebracht: deze nam de ganse dag mooie foto´s van ons (of toch van mij, van Piet is dit niet vanzelfsprekend), onze vangsten en de omgeving. De laatste avond ging hij al de foto´s op een DVD zetten voor ons. Mooie vooruitzichten. De volgende dag gingen we vissen op een meer : Lago Misterioso, gekend om zijn enorme forellen.

Het vlot was op de aanhanger getakeld en deze hing aan de auto. Zoals alles wat de Kwiet bezat, zag het er vrij krakkemikkig uit. Een half uurtje na ons vertrek roken we een geur van verbrand rubber. We stopten om de auto en aanhanger te inspecteren. Onze vrees werd bewaarheid: het vlot was aan een zijde door de aanhanger gezakt en schuurde over het wiel. Dus: afpikken en zonder vlot verder rijden. Dit betekende wel dat we die dag enkel van de oever konden vissen, dit beperkte ons behoorlijk. ´s Avonds tijdens het terugrijden hoorden we iets rammelen in de auto. Dit werd elke kilometer erger, Het eindresultaat was dat we nog net terug op de lodge geraakten alvorens de versnellingsbak het definitief begaf. Daar de Kwiet en zijn broer ieder met een auto ter plaatse waren, hinderde dit ons niet de volgende dagen.

Dag 3: wadend vissen (zonder vlot kan je niet anders) op een vrij afgelegen stek: 1 tot 1,5 uur rijden en dan nog een half uurtje stappen. De omgeving was wel prachtig: lagunes omringd door een brede strook moeras en een rivier. We hadden een prachtige visdag. ´s Avonds, de schemering viel net in, stopten we om terug te keren. De Kwiet stond erop om nog snel een foto van Piet te nemen (daar de Kwiet en zijn broer nog maar één waadpak hadden, was de broer niet van de partij die dag). Snel de ritssluiting van het waadpak open om het fototoestel te nemen en...........plons...... Wat viel er in het water: de autosleutel. Een half uur later vonden we nog steeds geen sleutel en het werd stilaan donker. We besloten om terug naar de weg te gaan. Vanaf de weg was het in één richting ongeveer twee uren stappen tot het dichtstbijzijnde huisje, in de andere richting nog merkelijk verder. Gelukkig passeerde er na een kwartiertje een auto. De Kwiet begon zijn probleem aan de mensen in de wagen uit te leggen en kwam enkele minuten later terug naar ons. Triomfantelijk vertelde hij dat de mensen bereid waren om langs de lodge te rijden, maar er was een groot probleem: er was maar plaats voor twee personen in de auto. Terwijl Piet en ik instapten vroeg ik hem wat het probleem juist was! Zoals verwacht kwamen we die avond enkele uren later aan op de lodge voor het avondeten, maar dan zonder de Kwiet. De Kwiet was ons vergeten te zeggen waar we juist gevist hadden. Na een half uurtje de rit en de omgeving te omschrijven was Luis vrij zeker van de plaats. Hij ging de Kwiet ophalen, die naar verluid tussen twee en drie ´s nachts op de lodge toekwam.

Daar de Kwiet zijn auto´s op waren en hij werk had met ze terug rijdende te krijgen, ging de vader van Luis de volgende dagen met ons vissen. Een zeer sympatieke zeventiger die de omgeving en de rivieren goed kende. We hadden twee prachtige visdagen.

Maar aan alle leuke dingen komt een einde: een paar dagen later was de Kwiet terug van de partij. We gingen vissen op een smalle, 1 a 3 meter brede, doch vrij diepe rivier. We zagen af en toe een mooie forel. De forellen waren enorm schuw en kieskeurig: ze nipten af en toe een klein vliegje (vermoedelijk een dunneke) van het water en schoten dan terug onder de kant of in het groen. We kregen deze vissen niet vast. Na een uurtje kwam de Kwiet me de raad geven om een grote foamvlieg aan te binden. Hij meende dat als ik die op het water liet splaschen, dit de aandacht van de vis zou trekken. Het werd me even te veel: ik heb de hulp van God ingeroepen om de Kwiet weg te jagen. Je moet wel heel radeloos zijn om dit als atheïst te doen. De Kwiet droop dan maar af naar Piet en vertelde hem dat hij de indruk had dat ik kwaad was. Piet gaf hem de raad om een uurtje uit mijn omgeving te blijven (waarvoor een gids betaald wordt!!!). Sprookjes blijven niet duren, zo kwam er ook aan onze vistrip een einde. De laatste dag vergezelde Luis ons naar een ´geheime plek`. Luis is een zeer eigenaardig man, maar ook een zeer goede visser. De moeite om ook eens een verhaaltje aan te wijden. Na de autorit moesten we nog te voet een kleine heuvelrug over in een bebost gebied. Luis vertelde ons hoe we best aan het water geraakten. Op een gegeven moment verzekerde de Kwiet ons dat hij een betere weg wist, doch wij volgden hem niet en bleven bij Luis. Dat was de laatste keer dat we de Kwiet die dag gezien hebben. We hebben met Luis een zeer mooie visdag gehad. ´s Avonds vonden we de Kwiet terug aan de auto. Hij was uitzinnig van stress, omdat hij na een dag zoeken zijn klanten niet terug gevonden had.

Ik zou nog bijna vergeten te vertellen dat de broer van de Kwiet, vermoedelijk een kwiet in wording, de laatste dag ook het fototoestel in het water liet vallen. Hierdoor is het de enige Patagoniëreis zonder foto´s. Om de Kwiet te zien verwijs ik je naar zijn web-site: Tres Piedras.

Achteraf gezien viel het vissen best mee, en we spreken nog zeer regelmatig over onze wedervaren met de KWIET.

Tekst & Foto's: Guido Vervoort