Het zou een gewone visdag worden zoals steeds. Het weer was niet echt fantastisch want er hing regen in de lucht met van die stevige buien, je kent dat wel. Als goede vliegvisser ben je daarop voorzien en doe je een licht regenjasje aan, wel twee maten te groot want uw vliegvisvest en alle daaraan hangende accessoires moeten daar onder kunnen verborgen worden. Je loopt er dan bij als een opgeblazen pinguïn : zo eentje dat met zijn armen open loopt, want je lijf is te dik geworden om ze nog te kunnen aansluiten. En dat vergemakkelijkt het bewegen niet en kan soms nare gevolgen hebben, zoals jullie verder zullen kunnen lezen. Dus daar stonden we in de rivier, regen, de waadbril vol druppels zodat je amper nog iets kon zien en vechtend tegen de stroming, want die was nogal sterk die dag en zeker op die plaats. Ik had al een paar vissen kunnen vangen en dacht van uit het water te gaan, al vissend, dat doen jullie waarschijnlijk ook al eens. Dus een drietal stappen richting oever en nog even een lijntje werpen, er zou zo nog eens een vis moeten zitten …. En ja ! Er zat er daar toch nog wel ene zeker ! ’t Was gene grote, maar wel een vervelend exemplaar want hij bleef maar rond mij zwemmen. Uiteindelijk had ik hem dan toch bij mij om meteen vast te stellen dat de haak nogal diep zat en dat ik de forceps zou moeten gebruiken om hem te onthaken. Maar daar sta je dan met je dichtgezipt regenjasje dat je dan in de regen eerst nog moeten openkrijgen om aan je gerief te geraken. Maar goed, dat lukte wel, maar het was toch een heel gedoe en met al die regendruppels op mijn waadbril kon ik verdorie bijna niets zien. Dus zou ik mijn waadbril ook nog maar afdoen zeker. Maar daaronder draag ik mijn gewone bril en bij het afnemen van de waadbril hoor ik een klein plonsje en tegelijkertijd wordt de wereld voor mij één troebele boel. MILJAAR ! Ik had onmiddellijk door dat mijn bril in ’t water was gevallen en daar stond ik dan. Naar mijn bril zoeken kon ik niet want ik zie niets, ha ja ! Nu stond Hubert in mijn buurt en ik vroeg hem of hij niet even kon kijken maar hij moest mij teleurstellen, zei hij, want ik stond midden in de stroming en mijn bril zou al meters verder zijn gespoeld ; hij had gelijk. Gelukkig heb ik altijd een reservebril bij in de auto (we waren met mijn auto … ) en na uit het water te zijn gesukkeld kon ik mij dus weer “ aankleden “ en toch nog verder vissen maar ik had de moed niet meer om mijn bril te zoeken : het zij zo. ‘k Heb mij trouwens nog goed geamuseerd de rest van de dag.

Een dag of tien later hadden we weer toestemming gekregen van onze vrouwen om te gaan vissen en dus waren we weer op uitstap. Het weer was uitstekend, geen regen te bespeuren. De dag verliep zonder abnormaliteiten en het enige probleem is, zoals steeds, het kiezen van de plaats waar je gaat vissen. Ik stelde voor om in de boosheid te volharden en terug te gaan naar de plaats waar ik mijn bril had verloren. Ik zou echter in eerste instantie niet vissen, maar gewoon eens proberen mijn bril terug te vinden ; je weet maar nooit hé ! Daar aangekomen had ik een probleem want ik wist hoegenaamd niet meer waar ik toen stond want ik was de kluts en mijn bril kwijt. Dus vroeg ik aan Hubert mij aan te duiden waar die fameuze plaats was, want hij wist het nog perfect. Ik stapte erop af maar Hubert hield mij tegen want, zo zei hij, “ ik zal daar eerst eens in die stroming vissen, misschien zit er daar ene”. Zo ken ik mijn vriend Hubert, steeds bereid om te helpen … Maar er zat daar geen vis en dus begon ik aan mijn zoektocht. Maar dat valt dik tegen want in snel stromend water kijken dat bovendien nog sterk kabbelt en zo’n 60 cm diep is, is geen sinecure : je wordt er direct duizelig van. Maar goed, ik probeerde het dus vanuit een schuinere hoek en dat lukte beter. Ik had in gedachte dat ik naar iets met een lichte reflectie of kleur moest kijken want op de stenen groeit toch allemaal van dat groen spul. Ik zag inderdaad iets, maar dacht dat het een gele alg zou zijn want het plakte tegen een rots. Mouw opgestroopt dan maar en duiken !

VAN DE EERSTE KEER HAD IK MIJN VERLOREN BRIL IN MIJN HAND !!!

Ik roep naar Hubert en toon hem mijn bril. Hubert zijn mond viel open en alles wat hij kon zeggen was “da kan ni ! “ In feite kan dat inderdaad niet want ik denk dat je zelfs meer kans hebt om de lotto te winnen dan op die manier een bril terug te vinden. Mijn jaar kon niet meer stuk ! Het zal mij niet meer overkomen, want ik heb nu een brilkoordje gemonteerd. Wijsheid komt met de jaren zeker ?

Tekst: Fons